vrijdag 8 oktober 2010

Viewing report over Le Voyage dans la Lune (1902) van Georges Méliès

In A Short History Of Film (2008) geven Dixon en Foster aan dat de meeste filmmakers die aan de wieg van cinema stonden waren bezig met “inventing the foundation of the modern motion picture”.[1] Zo schrijven zij bijvoorbeeld over de gebroeders Lumière met hun documentairefilms, over Alice Guy met haar narratieve films en Edison met zijn nagespeelde echte situaties.[2] Naast deze ‘uitvinders’ bestonden echter nog enkele andere uitvinders; filmmakers die cinema gebruikten om fantasiewerelden te creëren. Marie-Georges-Jean Méliès is zo een uitvinder.

Ondanks de beperking van een vaste camera positie legde Méliès namelijk de basis van een special effects - bibliotheek waar tot aan het digitale tijdperk uit geput is, aldus Dixon en Foster.[3] Méliès maakte honderden films in zijn leven maar was een slechte zakenman waardoor zijn films vaak werden nagemaakt in andere landen. Aan het einde van zijn leven ging hij failliet, niet alleen door de piratenkopieën van zijn films, maar ook door veel te dure, doch spectaculaire projecten.

Eén van deze spectaculaire projecten is de film La Voyage Dans La Lune (1902), waarin een groep wetenschappers een reis naar de maan onderneemt.[4] De film is geschoten in tableau shot of long shot, dit wil zeggen dat de acteurs geheel te zien zijn, en dit stamt uit de traditie van het theater en de fotografie en behoort tot de kenmerken van early cinema, zoals beschreven door Pearson in The Oxford History of World Cinema (1999).[5] De opbouw van de decors is ook te herleiden naar de traditie van het theater maar tevens naar de decors van pre-cinematografische voorstellingen, zoals bijvoorbeeld in panorama’s of diorama’s te zien waren.[6]

Méliès had daarentegen niet alleen een traditionele benadering, want naast de staging en props paste hij special effects toe: o.m. de dissolve- techniek voor het wisselen tussen scènes, waarbij een beeld geleidelijk overgaat in een ander, m.a.w. een combinatie van een fade in en een fade out, bijvoorbeeld tussen de scènes van de voorbespreking tot aan het wegschieten van de raket, alsook, om beweging van objecten te suggereren, het stop motion-effect: hierbij wordt een object frame voor frame vastgelegd en veranderd of verplaatst; dit zie je bijvoorbeeld als de astronomen in de maan de vijandige wezens neerslaan.[7] Wanneer de astronomen door de wezens achterna gezeten worden en wanneer de raket naar de aarde valt, hanteert Méliès het tot op de dag van vandaag gebruikte continuity editing; dit is het filmen en snijden van de film zodanig om logische temporele en/of fysieke verbanden tussen shots te realiseren. Desalniettemin ontbreekt het in onze ogen nu enorm ouderwetse overlapping action niet; het aankomen van de raket in het oog van de maan wordt twee keer getoond, eerst vanuit de ruimte en dan vanaf het maanoppervlak, alsmede een zoom-effect dat wordt bewerkstelligd door een trackingshot, door het decor naar voren te schuiven, niet.[8]

Doordat hij feilloos aanvoelde dat de tradities uit het theater en de fotografie te combineren waren met de mogelijkheden van film, was Méliès afwijkend voor zijn tijd. Hij zag dat je werkelijke situaties kon vastleggen maar ging een stap verder naar fantastische verhalen en creëerde hiermee de eerste narratieve film. Evenwel hoort zijn film ook nog in de cinema of attractions van Gunning thuis - dat in het begin van cinema het tonen van het gefilmde belangrijker was dan het vertellen van een verhaal -; door het fantasievolle script, de special effects en de op het publiek gerichte performance was het een film voor het plezier van het oog.[9]

Méliès’ keuze voor een reis naar de maan is een vooruitstrevende keuze, wanneer je bedenkt dat hij leefde in de nasleep van de Industriële Revolutie. Het nieuwe concept van ruimte en tijd dat door het treinnet opgeworpen werd en het aftasten van grenzen dat dat bij de mensen opriep, worden door Méliès gedemonstreerd door de reis naar de maan in een ritje in een machinaal voortgedreven voertuig.[10] Je kunt het zien als een uitvergroting van het opzoeken van grenzen. Tegelijkertijd dreef hij op die manier de gek met de voortrazende wetenschap.[11]

La Voyage Dans La Lune is een kunststukje tot op de dag van vandaag; Méliès had een uitermate open blik waardoor hij verder kon denken dan de heersende conventies. Hij legde in zijn eentje de basis voor de meest uiteenlopende technische en inhoudelijke mogelijkheden van film, waardoor hij de afwijkende plaats die hij krijgt in A Short History Of Film, naar mijn mening ruimschoots verdient.

Bibliografie:

Aumont, J., ‘The Variable Eye, of the Mobilization of the Gaze’, in: Dudley Andrew ed., The Image in Dispute. Art and Cinema in the Age of Photography, Austin, University of Texas Press 1997, pp. 231-258.

Dixon, W.W., & Foster, G. A., A Short History of Film, London/New York, I.B. Tauris 2008, pp. 1-21.

Gunning, T., ‘Animated pictures, tales of the cinema’s forgotten future, after 100 years of film’, in: Vanessa R. Schwartz, Jeannene M. Przyblyski eds., The Nineteenth Century Visual Culture Reader, London/New York, Routledge 2004, pp. 100-113.

Pearson, R., ‘Early Cinema’, in: Geoffrey Nowell-Smith ed., The Oxford History of World Cinema, The Definitive History of Cinema Worldwide, Oxford, Oxford University Press 1999, pp. 13-23..



[1] Uitvinden van de basis van de moderne film; Dixon en Foster, 2008, p. 11.

[2] Dixon en Foster, 2008, pp. 6 -16.

[3] Dixon en Foster, 2008, p. 13.

[4] Het script baseerde Méliès op de boeken De la Terra á la Lune van J. Verne en First Man to the Moon van H.G. Wells.

[5] Pearson 1999, p. 13.

[6] Aumont 1997, p. 237; Gunning 2004, p. 105; Pearson 1999, p.18.

[7] Deze methode wordt tegenwoordig meestal ter verduidelijking van temporele veranderingen ingezet; Dixon en Foster, 2008, p. 13.

[8] Pearson 1999, p. 19.

[9] Gunning 2004, pp. 100-113.

[10] Aumont 1997, p. 235.

[11] In de film is dit beeldend terug te vinden in de scène van de vergadering, wanneer de groep wetenschappers zich als wildemannen gedraagt.