In de prachtige oude gashouder van het Westerpark in
Amsterdam is de stemming verwachtingsvol. Iedereen is gereed voor de uitvoering
van Het Nationale Canta
Ballet; een uniek project waarin gehandicapten met een Canta, het
welbekende 45 km autootje, dansen met dansers van Het Nationale Ballet. Eerder
al schreef ik een blog
over de documentaire-serie De Canta Danst. Daarin maken we kennis met
de Cantarijders en de dansers van Het Nationale Ballet. Deze twee groepen
blijken veel meer gemeen te hebben dan je op het eerste gezicht zou
veronderstellen.
Maar nu is het dan echt zover. De uitvoering van het
ballet! De lichten gaan uit, de spotlights aan, muziek vult de ruimte en daar
rijdt het eerste knalrode wagentje de lichtcirkel van de gashouder binnen. Ik
ben direct in tranen. Er volgen meer autootjes en samen snorren en zwieren ze
door de ruimte, later vergezeld door dansers in rood/wit/blauwe pakken, die de
wagentjes lokken, terugsturen, uitdagen, ermee spelen. Ik ben betoverd, en de
tranen blijven ook de rest van de voorstelling stromen. Thuis lees ik op
Facebook en Twitter dat dat meer mensen is overkomen. Wat is het dat zo raakt in
deze voorstelling?
Voor mij zijn het een aantal aspecten tezamen. In de
eerste plaats is het uitermate ongewoon om een gehandicaptensymbool bij uitstek
(de Canta), in een esthetische context geplaatst te zien. Sterker nog, om een
hulpmiddel tot kunst verheven te zien worden. De negatieve beeldvorming rond
handicap en ziekte is zo dominant, dat het bijna shockerend is om terecht te
komen in een tegenovergestelde werkelijkheid. Als ik de Canta’s en haar
bestuurders als sterren in de spotlights geplaatst zie, is dat vooral
overweldigend vanwege het schrille contrast met de dagelijkse realiteit. Daar is
gehandicapt-zijn nog voornamelijk geassocieerd met lijden en ongeluk. Ik ben
alle deelnemers aan het ballet dan ook diep dankbaar dat zij met dit beeld
afrekenen. De levenslust en de vitaliteit spatte van hen en hun autootjes af.
Een tweede aspect dat me diep beroert is het samengaan
van gezonde en gebutste lijven in een groot geheel. Door samen te dansen wordt
zichtbaar dat elk lijf zijn eigen schoonheid heeft en zijn eigen vormentaal. Ik
kijk net zo gefascineerd naar het door polio getekende lijf van Freek - die
helemaal alleen en met zichtbare moeite een oversteek maakt door het midden van
de gashouder - als naar de sierlijke bewegingen van de prima ballerina. Het
speciale Multiple Sclerose loopje van Karin Spaink, met rode jurk en knalrode
hakschoenen, boeit net zozeer als de kunsten die de jeugdige dansers uitvoeren.
Het Cantaballet blijkt een ware ode aan de schoonheid van diversiteit. Gezonde
en beperkte lijven verrijken elkaar wederzijds.
Het is dan ook jammer – en dat is mijn enige punt van
kritiek – dat het ‘lijdende lichaam’ ineens weer vol voor het voetlicht komt
door het voordragen van teksten uit interviews met deelnemers. Los van het feit
dat deze teksten een lelijke stijlbreuk vormen met de rest van het ballet,
worden dansers ineens toch weer gehandicapten, en helaas ook nog eens op zeer
pathetische wijze. Zinnen als: “Mijn nieren zijn op”, “Zero elegance”, “Ik ben
altijd gepest”. “Ik heb een dikke, vette buik”, zijn tenenkrommend. Juist in een
ballet waarin de onderscheiding tussen gezond en ziek op sublieme wijze wordt
overstegen, is zo’n scène misplaatst.
Tenslotte, als laatste aspect, wil ik het zichtbare
plezier van alle deelnemers noemen. Niet alleen de Cantarijders, ook de dansers
van Het Nationale Ballet lijken doordrongen van het besef dat wat hier gebeurt
uniek is. Iedereen straalt! Een knappe gast die daar niet van aan het huilen
gaat.
Rest mij één vraag. Wanneer komt er een rolstoelballet?
Ik wil dolgraag meedoen!
Marie-Jose - Bessensaus met rozen blog
1 opmerking:
Fantástico.. . . . .
Een reactie posten